De Dipmeter

Vanaf eind december 2023 tot 11 januari 2024 heb ik deelgenomen aan een onderzoek over depressie, georganiseerd door het UCP: de Therap-i studie. Ik vulde dagelijks op vaste tijdstippen vijf dagboekmetingen in om inzicht te krijgen in mijn depressieve stemming. 


Naast de dagboekmetingen creëerde ik elke dag een kunstwerk om te onderzoeken in hoeverre dit aansluit bij mijn gemoedstoestand. Mijn aanpak was intuïtief: ik legde me niet vooraf vast aan een concept of thema. De enige beperking die ik mezelf oplegde, was het gebruik van A3-formaat papier om het dagelijks creëren behapbaar te houden. De verdere materiaalkeuze was vrij.

Tijdens dit onderzoek heb ik ontdekt dat ik me bewuster ben geworden van mijn stemming. Dit komt door het invullen van het dagboek en het constant benoemen van mijn gevoel. Bovendien heb ik meer inzicht gekregen in mijn depressie en eventuele triggers. Het gemaakte werk weerspiegelt vaak mijn stemming op die specifieke dag of een bepaalde gebeurtenis. De verschillende werken vormen een aanvulling op de dagboekmetingen. Elke dag heb ik, zowel bewust als onbewust, werk gemaakt dat aansluit op mijn gemoedstoestand. Soms speelt zelfs de dag ervoor nog een rol. Kortom, mijn creaties zijn bijna illustratief voor de gemeten stemming van de dag.


Ook had het creatieve proces had invloed op mijn stemming. Soms bood het maken van iets plezierige afleiding, maar vaak schommelde mijn stemming tijdens het werk. Ik was snel geneigd een oordeel te vellen over mijn eigen capaciteiten. De onzekerheid die ik als persoon ervaar, projecteerde ik ook op mijn kunst. Vaak beoordeelde ik mijn werk te streng, zelfs voordat het af was. Dit leidde soms tot gevoelens van somberheid, frustratie of stress. Toch sleepte ik mezelf door die momenten heen en ontdekte ik dat het werkproces ook positieve kanten had. Meestal verliep het proces als volgt: neutraal oordeel -> negatief oordeel -> uiteindelijk positief of neutraal oordeel. Ik moest mezelf dus altijd over mijn onzekerheid en perfectionisme heen zetten voordat ik tevreden verder kon gaan. Dit was een leerproces. Waar ik eerder vaak opgaf en dingen terzijde legde of vernietigde, ging ik nu door en had dit vaak een positieve uitkomst. Natuurlijk waren er ook werken waarbij het eindoordeel negatief was of waarbij het oordeel steeds schommelde. Toch kijk ik met tevredenheid terug op alle werken, zelfs degene die ik niet mooi vind. Elk werk heeft namelijk zijn eigen betekenis, die voor mij belangrijker is dan het esthetische oordeel.


Hieronder treft u enkele werken aan die tijdens het onderzoek zijn gecreëerd.